Aflevering 1:
Inbeslagname van Kleinseminarie Beekvliet
Ik krijg een overzicht van de bevolking van het kamp. Er zijn hier 450 gijzelaars en in het Groot-Seminarie te Haaren, enkele kilometers van ons verwijderd, zitten er evenveel. Die zijn pas enkele dagen geleden gearresteerd. Maar hier wonen buitendien nog de ruim tweehonderd Buchenwalders. (ofwel Indische Gijzelaars). Daaronder ook is de Schoorlsche groep, bestaande uit veertig anti-revolutionnairen, die aanvankelijk in het kamp te Schoorl hebben gezeten.
Er is nog een groep in het kamp. Die behoort niet tot de gijzelaars en evenmin tot de Indische gedetineerden. Ze bestaat uit vijftig of zestig gestraften: Häftlinge uit Amersfoort. Maanden geleden zijn zij hierheen gebracht om corvéedienst in het voorgebouw en de keuken te doen. Zij wonen in het voorgebouw. Zij zijn gekleed in versleten Nederlandsche uniformen. Volgens de Duitschers zijn zij allen communisten. Volgens de waarheid is het anders. Conversatie tusschen hen en ons is verboden en wordt dus dagelijks gevoerd. Zij hebben geen briefpost en geen pakketten. En tenslotte moeten zij voor de Duitschers werken Zij zijn slechter af dan wij.
(Peereboom; pp. 23 – 24)