Aflevering 8:
Dagelijks leven AULA Beekvliet Universiteit

Beekvliet Universiteit

Dagelijks leven in de Aula

Een groot deel van het dagelijks leven van de gijzelaars speelde zich af in de Aula. Hier kwamen de gijzelaars bijeen om met elkaar te converseren, te schaken, te lezen, brieven te schrijven of te studeren. Maar ook om te luisteren naar concerten en te kijken naar filmvoorstellingen of om gemeenschappelijke activiteiten te houden en speciale dagen door het jaar te vieren, zoals Sinterklaas, Kerstmis en Oud- en Nieuwjaar.   

De Aula

De Aula wordt maar enkele uren per dag voor voordrachten gebruikt. En dan nog slechts ten halve. De andere helft blijft gereserveerd voor de honderden, die er dagelijks hun brieven schrijven, lezen of studeeren. Gesprekken worden in fluistertoon gevoerd.

De aula is zoo groot, dat een publiek van duizend er gemakkelijk plaats zou kunnen vinden. Het verbaast een beetje, zulk een zaal in een klein Brabantsch dorp te vinden. Zij zou groot genoeg zijn om als concertzaal voor een stad van honderdduizend inwoners dienst te doen. Aan de lange zijden zijn hooge dakkapellen ingebouwd. Er is veel glas en dus veel licht. Een breed gordijn sluit het toneel af. Aan het andere einde hangt een hoog balcon.

Het geheel is onrustig en opzichtig. De aula is altijd vol sigarettenrook en stof. Er hangt een zacht deinende, lichtblauwe wolk in. In de zomerzon dansen milliarden gouden stofjes in het kringelende lichtblauw en ge ademt ze met bewondering in.

Maar de Aula is onmisbaar in het gijzelaarsbestaan!                     (Peereboom pp. 40 – 42)

DAGPROGRAMMA via de Omroepinstallatie

  8.45: Goeden morgen, heeren. Voor vandaag staat het volgende te gebeuren:

  9.00:  In cursuszaal 1 een nieuwe cursus Spaansch voor gevorderden. 

  9.30:  In cursuszaal 5 komen de burgemeesters bijeen.

10.30:  In de cathedraal cursus Russisch voor beginners.

10.30:  Gelegenheid tot het maken van een rondwandeling door den tuin.

11.30:  Aula:  lezing over “Huwelijksbeletselen bij den zoon van Louis Philippe”.

11.45:  De onderwijskring komt, onder leiding van dr. Schwartz, bijeen.

14.00:  De Friezen hebben een bijeenkomst in cursuszaal 2.

De Juristenkring gaat vanmiddag, wegens ongesteldheid van mr. Recht, niet door.

Voorts kan ik nog meedelen, dat vanavond om 9 uur in de aula een Vogelfilm zal worden vertoond van den heer Strybos, gevolgd door een klucht: ,,Polly is verliefd”.

De Universiteit van Gestel

Het wetenschappelijk leven is zo veelzijdig, dat wij van de Universiteit van Gestel spreken. De gijzelaar kan moderne talen studeeren, maar kan ook Spaansch, Italiaansch, Zweedsch en zelfs Russisch beoefenen.  Juristen en dominé’s zwoegen op Tacitus en Homerus, zich voorbereidend op de komende les. Zij zijn echt aan hun huiswerk bezig. Andere kampgenooten wijden zich aan de studie van boekhouden, philosophie, hoogere wiskunde of astronomie. Geschiedenis geniet een groote belangstelling.  Pater van der Wey, bekend publicist tegen het nationaal-socialisme, laat ook hier niet na actie te voeren. Er zijn groote redenaars en docenten in ons midden.

Soms dreigt overdaad. Er kwam universitaire versterking uit Haaren:

Zij brachten ons vele nieuwe krachten – en voortreffelijke! Ik denk aan Lieftinck (economie), De Jel (Engels), Constandse (Italiaans, dat tot nu toe vacant was gebleven), Oostra (Fries), Prof. Drewes (Arabisch en Maleis), en dan ook (in een kleine, maar zéér intens meewerkende groep) den filosoof Pos.

Daarnaast natuurlijk werden enkele reeds begonnen cursussen voortgezet: Egyptologie van Pater de Greeve, Geologie van Prof. Schmutzer, “Boëthius, de Filosofie der Gevangenschap”, door Prof. van der Wey. En tenslotte vloeiden ons ook nieuwe voordrachtgevers toe, voor lezingen en korte cursussen: Von Balluseck, Van der Goes van Naters, Prof. Boeke, ,,de Indische Nooteboom” en nog anderen. Dr. Ritter, geacheveerd als vroeger voor de radio, gaf litteraire besprekingen.

Oud-minister Donner drukte zijn stempel op een naar hem genoemde kring. Logemann sprak het synthetische woord in de soms ver uitdijende besprekingen van de “Bestuurskring”. En ook Prof. Dijk was het centrum, de ziel van een krachtige groep. Zijn collega Geyl besprak Zuid-Afrika en Vlaanderen in groter en kleiner gezelschap, en niet zelden maakte dit een deining, die wij in ons rijk geschakeerde kamp ( eigenlijk een permanent – misschien wel wat héél langdurig! – Nederlands volkscongres), best gebruiken konden.   (uit Gedenkboek Beekvliet)

Het is een wonderlijke universiteit, die van Beekvliet. Ze kent teveel studie en te weinig rust. Zeker zijn er menschen, die den toestand moeilijk dragen kunnen en daarom in studie vluchten. De gedachte aan het gevaar moet verdrongen worden en dat drijft hen. Ze zoeken niet alleen tijdvulling, maar vooral andere gedachten.

Zij moeten iets verdringen. Zij zijn vaak opgewekt, maar steeds gespannen. (Peereboom pp. 36 – 43)

                                                                                               

   Professor Minnaert:                Sterrenwichelaar

 

Thomasvaer:     

Maar buiten het vermaak, zoo wordt in ’t land gezegd,  heeft menigeen zich hier op studie toegelegd

Een studie-oudste zal dus zeker niet ontbreken, Men  heeft  daarvoor  gewis  naar een hoogleeraar uitgekeken.

Gijzelaar:            

t Is Minnaert, dien men echter cursus-oudste noemt, een sterrenwichelaar, ook tot verduisteraar benoemd.

Behalve het verduisteren der leslokalenramen, Flanst hij, mét Sanders, talloos vele cursussen tezamen.

Thomasvaer:     

Dus velen, die voorheen van God, noch zure appelen wisten, verlaten straks het kamp als allround encyclopaedisten.